قُلْ أَعُوذُ بِرَبِّ النَّاسِ
Zeg: Ik zoek mijne toevlucht bij den Heer der menschen,
مِن شَرِّ الْوَسْوَاسِ الْخَنَّاسِ
Dat hij mij bevrijde van de boosheid van den luisteraar, die snoode gedachten inblaast en zich dan verborgen terugtrekt.
الَّذِي يُوَسْوِسُ فِي صُدُورِ النَّاسِ
Die kwaade ingevingen der menschen aan de harten toefluistert.
مِنَ الْجِنَّةِ وَالنَّاسِ
Tegen de geniussen en de menschen.